Winterschool 2018: De kunst van goed lesgeven
Wanneer het over kinderen en verwondering gaat, kom je vaak de volgende ideeën tegen: kinderen zijn van nature geneigd en in staat zich over dingen te verwonderen, maar naarmate ze ouder worden, neemt dit vermogen af, en dat is erg jammer, want verwondering is iets moois en waardevols dat we moeten koesteren. Geen zorgen: ik ben het hier in grote lijnen mee eens! Toch is het de moeite waard hier eens wat langer bij stil te staan. Is de ‘natuurlijke’ verwondering van (jonge) kinderen hetzelfde als die van oudere kinderen en volwassenen, of ontwikkelt verwondering zich, en zo ja, hoe? En is verwondering wel altijd mooi en fijn, of kan het ook een verontrustende ervaring zijn? Het moge duidelijk zijn waar ik met deze retorische vragen naartoe wil: het vermogen tot verwondering ontwikkelt zich (en daarbij gaat het niet alleen maar om een afname), en verwondering is niet altijd een prettige ervaring. Maar wat betekent dit in de praktijk voor het onderwijs en (de wenselijkheid van) het stimuleren van verwondering?
Tijdens de Winterschool De Activiteit 2018 te Oosterhout heeft Anders Schinkel een presentatie gegeven over Verwondering: zon- en schaduwzijde, en ontwikkeling door de tijd heen.